
Veluwerally 2010.
Toen ik een jaar of vijf geleden mijn eerste kano bouwde had ik nog nooit van de veluwerally gehoord, ik had uberhaupt nog nooit van tochten per kano gehoord. Kanoen doe je in de plaatselijke sloot of gracht. Dat er prestatietochten bestaan kende ik alleen van het hardlopen. Nadat ik kennis genomen had van het fenomeen toertochten per kayak of canadees kwam óók de veluwerally in beeld. Ik was toen al lid van de TKBN en las één van de verslagen die hierover in de “kanotities” stonden.
Het idee prestatietocht spreekt mij in het algemeen wel aan dus na vier keer net even te laat in de gaten gekregen te hebben dat de derde week van september alweer een veluwerally vervaren was, was ik er best op gespinst nu toch echt een keer mee te doen. Na óók nog enige aansporing van mijn mede HBGers kon ik me ruim op tijd aanmelden . Jammer genoeg lukte het vanwege drukte in het bedrijf niet om de hele zaterdag al aanwezig te zijn maar om een uur of zes was ik er al. De laatste regen was net gevallen.
Gelukkig was ik net op tijd om met Joost, Chris, Ton Maria JanJaap en Louis mee te gaan eten. Het restaurant was verder lopen dan we gedacht hadden maar het eten was goed. Achteraf hadden we beter even in een canoe kunnen stappen dan waren we er eerder geweest. Het lag letterlijk aan de overkant.
Kamperen in de zomer is leuk. Lekker weer tot ’s avonds laat, ’s morgens al een lekker zonnetje en geen of weing nattigheid. Zoniet op zaterdag de dag der dagen. De tent dreef bijna letterlijk van de condens. Alleen in de binnentent lag geen water. Gelukkig lag ik ,wat dit betreft, alleen in de tent zodat ik al mijn spullen óók binnen had liggen.
De start zou om half negen zijn, Ik had de wekker op half acht min een beetje gezet zodat ik de honderd kilometer kon zien starten. Helaas, we hadden een heel klein wereldje, zoals dat heet. Het zat potdicht van de mist. Je kon geen 100 meter ver zien. De start werd daarom uitgesteld met twintig minuten en nog eens en nog eens en nog eens tien minuten uiteindelijk startte de honderd kilometer om 10 over 10 ,de vijftig 10 minuten later en wij , de 35 km , je raad het al.
Ja,we hadden afgesproken de 35 te doen met ons houtbouwersgilde. Genoeg om onze boten te laten bewonderen en te weinig om moe te worden. Dacht ik. Dat bewonderen dat klopte wel, maar dat zijn we langzamerhand wel gewend, soms tot blozen toe. Het is leuk, maar de hele dag zeggen dat je hem echt zelf gemaakt hebt en dat het helemaal niet zo moeilijk is als het lijkt, is toch best vermoeiend.
Gelukkig voor ons had Maria een gewone plastic kayak bij zich zodat we niet zó verschrikkelijk opvielen. Toch moet ik nog even melden dat Ton en Maria 35 km toch wat weinig vonden en samen met Charles deden zij de 50 km. Oók vermeldenswaardig is, dat Ton een houten boot bouwt voor Maria, en dat hij/zij al bijna in de epoxy zit. Als dat geen echte liefde is!
De start is net als elke andere start, zenuwachtig geren naar alle kanten. Iedereen moet nog even naar de WC. Hele rijen stonden er. Ja wat wil je 400 mensen en twee mannen WC’s en twee voor de vrouwen
Wat betreft de voorbereiding is kayakken moeilijker dan hardlopen. Als je al eens 3 uur moet lopen, dan staat alles onderweg voor je klaar en eten kun je toch niet. Maar op het water moet je alles zelf meenemen en wat nog moeilijker is , je moet overal zelf aan denken. En dat valt niet mee. Zo vergeet ik nogal eens drinken mee te nemen of een vork voor mijn middageten. Want brood wil er bij mij niet in.
Wat betreft het varen op een grote rivier, het viel toch niet altijd mee voor iemand die gewend is op rustig binnenwater te varen. Je wordt letterlijk alle kanten op geduwd door de stroming. Recht varen bleek lang niet altijd goed te doen. Ton had me er al voor gewaarschuwd maar het zelf meemaken is toch weer andere koek. Verder is het wel prettig, mee met de stroom en je gaat altijd vooruit óók als je niets doet. En zoals men zaterdag al zei, verdwalen gaat niet.
Het leuke was ook dat je de hele tijd dezelfde mensen tegenkomt, het lijkt de vierdaagse wel, daar overkomt je hetzelfde.Je gaat eens een bakkie doen, pakt eens een kaartje aan en vangt een appel.
Apart is ook dat je de hele weg diezelfde appels drijvend in het water voorbij vaart. De ene compleet afgekloven de andere maar half. En zelfs hele appels komen je vrolijk voorbij drijven. Doordat je de hele tijd op dezelfde rechte rivier vaart is het leuk als er af en toe een groot schip voorbij stoomt , dat brengt een beetje reuring in de zaak. Het vreemde ,voor mij, is dat de grootste schepen lang niet altijd de grootste golven geven. Maar leuk is het wel. Ik was trouwens wel blij dat mijn kayak een zeekayak is. Dat geeft toch wat stabiliteit. Of ben ik nou echt zo’n beginneling?
De laatste 10 km tot aan Zutphen zijn, wat mij betreft, de mooiste, de rivier lijkt ineens mooier dan daarvoor maar misschien kwam dat ook doordat de zon doorbrak. De finish is altijd leuk waar het ook is en wat je ook doet. Ik kreeg zelfs een hand van de prijsuitreiker. Dat maak je normaal alleen mee als je bij de eerste drie hoort.
De laatste meters van de finishplaats naar de landingsplaats was voor mij even spannend. Er kwam net een groot schip aan die de allergrootste golven meebracht die ik meegemaakt heb. Om niet in het volle zicht van iedereen om te gaan kostte me nog even een zweetdruppeltje en dat stuk tegen de stroom in terug peddelen zal er ook wel aan meegewerkt hebben.. Maar alles ging goed en nog even de kayak op de bus slingeren en de canadees van Carolien ernaast en weg waren we naar de startplaats. Tentjes afbreken en een bakkie halen bij Carolien en ???? en weer naar huis. Misschien tot volgend jaar.
Herman